tow MAZDA MODEL 6 2016 Beknopte handleiding (in Dutch)
Page 20 of 36
19
Tijdens het rijden
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand al 
naargelang de rijsnelheid met behulp van een radarsensor die de afstand ten 
opzichte van een voorliggend voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of 
het rempedaal niet hoeft te gebruiken.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat 
bijvoorbeeld het voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een 
waarschuwingsgeluid en een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd 
om u te waarschuwen voldoende afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
• (Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h
• (Behalve Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ACTIVSENSE”.
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige 
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.
Vertrouw niet volledig op het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem 
en rijd altijd voorzichtig:
WAARSCHUWING
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem niet op de 
volgende plaatsen. Anders kan dit een ongeluk tot gevolg hebben:
• Wegen met scherpe bochten, druk verkeer of wegen waarbij herhaalde en 
veelvuldige acceleratie vereist is.
• Bij op- en afritten van knooppunten en pleisterplaatsen van snelwegen.
• Gladde wegen, zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen.
• Lange, aflopende hellingen.
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bedoeld om de bestuurder 
te ontlasten en hoewel een constante rijsnelheid wordt aangehouden, of 
specifieker, er overeenkomstig de rijsnelheid een constante afstand wordt 
aangehouden tussen uw auto en het bespeurde voorliggende voertuig, heeft het 
systeem detectiebeperkingen afhankelijk van het soort voorliggende voertuig en 
de conditie ervan, de weersomstandigheden en de verkeerssituatie. Verder is het 
mogelijk dat het systeem niet in staat is voldoende af te remmen om een botsing 
met het voorliggende voertuig te vermijden als het voorliggende voertuig 
plotseling afremt of een ander voertuig in de rijstrook snijdt, waardoor een 
ongeluk veroorzaakt kan worden. Controleer altijd de veiligheid van de 
omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger afstand 
aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.